Beleidsvoornemens risicobeheer van de financieringsportefeuille
Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden door gemeenten een 2-tal instrumenten toegepast:
- Treasurystatuut;
- Paragraaf financiering.
Treasurystatuut
Deze paragraaf wordt opgenomen in zowel de begroting als de rekening en biedt hiermee informatie over de uitvoering van treasurytaken.
Het rijk heeft de kasgeldlimiet, renterisiconorm en een drempelbedrag schatkistbankieren ingesteld om financiële risico’s in te perken die te maken hebben met herfinanciering van leningen.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximale bedrag is dat de gemeente aan kort geld (looptijd < 1 jaar) mag aantrekken. De kasgeldlimiet 2021 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 57,7 miljoen is ±€ 4,9 miljoen.
In 2021 is de kasgeldlimiet in geen enkel kwartaal overschreden.
Kortdurende overschrijdingen zijn toegestaan. Echter zodra in drie opeenvolgende kwartalen een overschrijding ontstaat, moet de gemeente tijdig een verbeterplan presenteren aan de provincie als toezichthouder.
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft aan welk deel van de langlopende leningen afgelost mag worden. De renterisiconorm 2021 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 57,7 miljoen is ±€ 11,5 miljoen.
In 2021 is een bedrag van ±€ 4,2 miljoen afgelost en hierdoor is de renterisiconorm dus niet overschreden.
Drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag schatkistbankieren 2021 bedraagt tot 1 juli 2021 0,75% van het begrotingstotaal, dus 0,75% van ±€ 57,7 miljoen is ±€ 433.000. Met ingang van 1 juli 2021 is het toegestane percentage aangepast naar 2% van het begrotingstotaal, dus 2% van ±€ 57,7 miljoen is ±€ 1.154.000.
Het drempelbedrag schatkistbankieren is in geen enkel kwartaal in 2021 overschreden.
Rentelasten, renteresultaat & verdeling rentekosten
In onderstaande tabel worden de rentekosten en de doorbelasting daarvan toegelicht. In het overzicht is zowel de begrote verdeling als de werkelijke verdeling opgenomen.
(bedragen x 1.000) | Begroting 2021 | Rekening 2021 | ||
---|---|---|---|---|
Rente lasten | omvang | tarief | ||
Financieringstekort | 5.504 | 1,00% | 55 | 0 |
Vaste geldleningen | 25.672 | div. | 326 | 341 |
Waarborgsommen | 0 | 0 | 0 | |
Voorzieningen (obv contante waarde) | 2.061 | 3,00% | 62 | 72 |
. | 33.237 | . | 443 | 413 |
Rente baten | omvang | tarief | ||
Kasgeldleningen/rekeningcourant Hoge Regt | 0 | 0 | 109 | |
Vaste geldleningen | 0 | 0 | 15 | |
Hypothecaire geldleningen personeel | 18 | div. | 1 | 1 |
. | 18 | . | 1 | 125 |
Rente doorbelasting | . | . | ||
Rente lasten | 443 | 413 | ||
Rente baten | 1 | 125 | ||
Door te belasten rente | . | . | 442 | 288 |
Doorbelasting: | ||||
Rente naar taakvelden (staat activa) | 59.212 | 0,50% | 296 | 262 |
Rente naar grondexploitatie | 16.751 | 0,60% | 100 | 84 |
Totaal doorbelaste rente | . | . | 396 | 346 |
Renteresultaat taakveld Treasury | . | . | -46 | 58 |
Wijze waarop rente wordt toegerekend
De verdeling van de rentekosten over de verschillende onderdelen zoals hierboven in de tabel in beeld is gebracht, is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- Voor de rentetoerekening aan de activa wordt een vast rentepercentage toegepast (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2019’). Bij het bepalen van de hoogte van het tarief is een renteomslag berekening gemaakt. Het tarief 2021 bedroeg bij de begroting 0,50%. Nacalculatie laat een percentage zien van 0,40%. Aangezien de afwijking van de rentelasten (begroting versus werkelijk) minder is geweest dan 25% is in de jaarrekening het begrote percentage van 0,50% gehandhaafd.
- Met betrekking tot de rentetoerekening over de boekwaarden bij de grondexploitatie is in werkelijkheid een rentepercentage conform de begroting 2021 gehanteerd ter grootte van 0,60% (betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage). Dit aangezien de nacalculatie een tarief laat zien van 0,50% hetgeen minder dan de toegestane 0,50% afwijkt.
- Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) wordt géén rentetoerekening gehanteerd, behoudens één voorziening die gewaardeerd is tegen contante waarde. Deze voorziening krijgt een rentedotatie van jaarlijks 3%. Het betreft de voorziening ‘ Pensioen- en wachtgeldverplichtingen voormalige bestuurders ’.
- Bij de bepaling van het begrote financieringstekort of -overschot is een rentepercentage gehanteerd ter grootte van 1%.
Financieringsbehoefte
In de programmabegroting 2021 is aandacht besteed aan de financieringsbehoefte van Laarbeek. Aangegeven werd dat vaker aandacht besteed zou worden aan het samenstellen van de liquiditeitsbegroting om de financieringsbehoefte beter in beeld te krijgen. In het dienstjaar 2021 is geen directe noodzaak geweest tot het aantrekken van vaste financieringsmiddelen (looptijd > 1 jaar). Wel heeft als gevolg van de financieringsbehoefte gedurende het eerste halfjaar van 2021 het aantrekken van een aantal kasgeldleningen (looptijd < 1 jaar) plaatsgevonden. Door de lage rentepercentages en het aantrekken van kasgeldleningen was het niet direct noodzakelijk om een uitgebreide liquiditeitsbegroting samen te stellen.